LISETTE VROEGE: OPGELOST IN HET NIETS
(reportage uit Aktueel, september 2008)
De raadselachtige verdwijning van een lieve meid
Op woensdagavond 3 juni 1992 verdwijnt de 27-jarige bedrijfsadviseuse Lisette Vroege spoorloos. Het is door de jaren heen een van de meest mysterieuze verdwijningen. Vooral omdat er in de verste verte geen motief te bedenken lijkt, het is in een oogwenk gebeurd. Dat ‘Lisette Vroege’ bij het grote publiek niet zo bekend is als de namen van andere vergelijkbare verdwijningszaken, heeft vooral te maken met het feit dat de familie nooit veel heil heeft gezien in publiciteit: "Het heeft nooit iets opgeleverd," zegt haar vader.
"Ze was wat naxc3xafef voor haar leeftijd," zegt een van haar vriendinnen later. Is Lisette te goed van vertrouwen geweest en heeft ze zich op die fatale woensdagavond met een smoes laten meelokken? Het zou kunnen. Lisette woonde nog maar kort aan de Kleverparkweg in Haarlem. Een mooie buurt met statige herenhuizen, maar de huiseigenaar had haar verzocht naar andere woonruimte om te zien. Hij wilde het pand verkopen. Lisette was een keurig meisje uit een keurige familie, daar wilde ze best aan meewerken, En dus plaatste ze bijvoorbeeld een oproep tijdens een braderie in haar nieuwe woonwijk. Het was een zogenaamde ‘Franse markt’. Aan het tuinhek hing ze een bord met de boodschap: "Wie mij aan woonruimte helpt, wacht een fantastische Franse verrassing."
Naxc3xafef?
Het zorgde er in elk geval voor dat bekend was dat ze woonruimte zocht. Een van de meest voor de hand liggende verklaringen voor haar verdwijning is nog altijd dat iemand haar aangesproken heeft op een moment dat er even niemand keek. Misschien met de smoes dat hij haar aan woonruimte kon helpen, maar dan moest ze wel meteen even meegaan. Ze kan bij die onbekende in de auto zijn gestapt en daarna is het gissen wat er is gebeurd.
Terug naar woensdag 3 juni. Lisette heeft voor die avond afgesproken met een vriendin om te gaan tennissen op tennispark WOC aan de Zeeweg in Overveen. Dat is niks bijzonders, ze komt er vaker. Tegen zes uur gaat ze van huis, van half zeven tot half acht is ze met de vriendin aan het tennissen. De vriendin vertrekt, Lisette blijft nog even. Ze wordt uitgenodigd voor een nieuwe partij, door een tennissende makelaar uit Haarlem. Hij wil angstvallig uit de publiciteit blijven, hij heeft met Lisette’s verdwijning niets te maken en wil zijn naam niet in de krant. "Waar rook is, is vuur" spreekt de volksmond, en daar heeft deze keurige ondernemer helemaal geen trek in. Terwijl deze twee de ballen over het net slaan, verschijnt Dinant, de vriend van Lisette, op het tennispark. Het is dan acht uur. Kort daarna zijn Lisette en de angstvallige makelaar uitgespeeld, Lisette gaat met een klein gezelschap op het terras zitten praten, Dinant speelt verder. Hij is ook lid van deze tennisclub. Hij ziet dan dat het gezelschap is opgestapt en dat Lisette alleen op het terras zit. Ze maakt een eenzame indruk, ze zit er wat verloren bij. Hij zegt tegen zijn tennispartner dat hij even stopt omdat hij het zielig vindt dat Lisette daar zo alleen zit. Hij loopt naar haar toe en maakt een praatje met haar.
"Ik heb het koud," zegt Lisette. Dinant zegt dat ze beter naar huis kan gaan, dan komt hij zo achter haar aan. Lisette pakt haar spullen: haar tennisracket, van het merk Donnay, met hoes, en de tennisballen. Ze stapt in haar blauwe Volkswagen Polo en rijdt van de Zeeweg naar de Kleverparkweg, een afstand van ongeveer (Henk, kun je dat nog even nakijken?) kilometer. Rond half tien parkeert ze de auto vlak voor de woning. Ze hoeft maar een meter of tien te lopen voor ze bij de ingang is.
Het staat vast dat Lisette is uitgestapt: dat is gezien. Een bovenbuurvrouw, een studente, is voor het open raam aan het studeren en ziet Lisette in haar tenniskleding uitstappen. Op hetzelfde moment komt er een joggende jonge vrouw langs de Kleverparkweg. Ook zij ziet Lisette. Het is na al die jaren nog steeds verbijsterend en onbegrijpelijk hoe iemand zo onopgemerkt zo spoorloos kan verdwijnen.
Uit alles blijkt dat Lisette die avond niet meer de voordeur van de woning heeft bereikt. Ze is met haar tennisracket in de hand als in het niets opgelost, in een ondeelbaar oegenblik waarop er even niemand keek, waarop niemand ook maar iets verdachts heeft waargenomen. Er is geen andere auto gezien, er is geen geluid gehoord van dichtslaande autoportieren, van een wegrijdend voertuig, er is geen gehuil, gegil of geschreeuw geweest, er zijn geen klappen gevallen. Later was er wel een buurvrouw die meende dat ze gekrijs had gehoord, maar dat bleek lawaai van een stel papegaaien te zijn geweest.
Ook was er een buurvrouw die meende dat ze een man en een vrouw luid had horen praten, alsof er ruzie was, maar het is niet erg waarschijnlijk dat dat de stemmen van Lisette en een onbekende man zijn geweest: de betreffende buurvrouw was aan het televisiekijken en had de dubbele ramen dicht. Als deze geluiden van buitenaf waren gekomen, had het studerende bovenbuurmeisje van de tweede etage voor het open raam het zeker moeten horen en zij kon zich daar niets van herinneren.
Feit is dat om tien uur Lisette niet thuis is en dat uit alles blijkt dat ze die avond ook niet thuis is geweest. Vriend Dinant is na Lisette’s vertrek ook gestopt met tennissen, hij heeft de baan geveegd en nog twee drankjes gedronken, toen is hij naar de Kleverparkweg gereden om zich bij Lisette te voegen. Aanvankelijk ziet hij niets bijzonders: de auto van Lisette staat gewoon voor de deur geparkeerd, maar zodra hij de woning binnengaat, begint er een licht alarmbelletje te rinkelen.
Normaal gesproken laat Lisette haar tennisschoenen beneden staan, ze neemt ze niet mee de woonkamer in, omdat er gravel aan zit. Hij ziet het tennisracket ook niet op de vertrouwde plek in de gang staan en als hij naar boven loopt komt hij voor een gesloten deur. Lisette is er niet en ze is ook niet binnen geweest, zoveel is wel duidelijk. In haar kamer brandt ook geen licht.
Het eerste wat hij doet is bij de buren vragen of ze iets bijzonders hebben gezien, of ze weten waar Lisette is. Hij spreekt het studerende bovenbuurmeisje dat vertelt dat ze Lisette wel heeft zien uitstappen, maar verder geen acht op haar heeft geslagen en dat ze niets bijzonders heeft opgemerkt: ze was verdiept in haar studieboeken.
Vriend Dinant belt de politie, maar om nou te zeggen dat daar meteen alarmfase xc3xa9xc3xa9n wordt ingeschakeldxe2x80xa6 Er komt wel eens vaker een jonge vrouw niet thuis en meestal duiken ze na verloop van tijd wel weer op. Maar als de politie de volgende morgen poolshoogte komt nemen, is er wel degelijk direct duidelijk
dat het hier meer aan de hand is. Lisette is niet het type vrouw dat zomaar wegloopt, iedereen omschrijft haar als een keurige, lieve en vriendelijke jonge vrouw waar geen greintje kwaad in schuilt, er moet haar iets zijn overkomen dat ze zelf niet heeft gewild.
Die conclusie is duidelijk, er is later ook nooit enige aanwijzing of vermoeden geweest dat het anders ligt, maar dat is het enige: er is verder niks zinnigs over te zeggen omdat er niks bekend is.
Er volgt een politiebericht op televisie, met een oproep. Er wordt een foto van Lisette getoond en van de kleding die ze droeg op het tijdstip van haar verdwijning: een lila tennispak, witte schoenen en ze had een sleutelbos aan een metalen hanger bij zich. Er komen twintig reacties, maar er zit niets bruikbaars bij. Later wordt gezegd dat het jammer is dat die uitzending hartje zomer is geweest, in een periode dat mensen weinig naar de televisie kijken.
Er is xc3xa9xc3xa9n verklaring bij van een jongen die meent Lisette bij een man achterop een fiets te hebben zien zitten, maar dat lijkt erg onwaarschijnlijk en het wordt door niemand anders bevestigd.
Ook een andere actie levert niets op: vrienden van Lisette hingen 220 posters op in de stad, met een foto en in vier talen het verhaal van haar verdwijning: Nederlands, Turks, Engels en Arabisch. Volgens de vriendin die dit organiseerde, en die Lisette al veertien jaar kende, was Lisette "een rustig iemand, vrolijk, sportief. Gewoon een leuke meid. En heel trouw in haar vriendschappen (..) Nooit vluchtig, maar iemand waarop je kan rekenen. Als de wereld vol zou zitten met Lisettes zou alles er een stuk beter uitzien. Vooral vriendelijker." Justitie looft een beloning uit van tienduizend gulden, maar ook dat levert niets op.
In oktober, vier maanden na de verdwijning, wordt een heel klein stuk van de puzzel zichtbaar. Het tennisracket van Lisette wordt bij graafwerkzaamheden aan de Delftlaan in Haarlem, op vijfhonderd meter van de Kleverparkweg, bij toeval, opgegraven. Het racket is gebroken. Het is onmiskenbaar dat van Lisette. Volgens rechercheur Nico Prinse, die zich samen met een collega helemaal in de zaak heeft vastgebeten, is het racket niet zomaar weggegooid, dan was het in de bosjes blijven liggen, het is doelbewust onder de grond gestopt om nooit meer te worden gevonden.
Misschien hetzelfde als wat er met Lisette is gebeurd?
Het enige verschil is dat zij niet wordt gevonden en dat dit spoor ook verder geen enkel aanknopingspunt biedt. Behalve de gedachte dat er iets vreselijks met Lisette moet zijn gebeurd.
Precies een jaar na Lisette’s raadselachtige verdwijning is er weer nieuws. De familie Vroege heeft twee vertrouwenspersonen benoemd: predikant J. Beumer van het sociaal-basis pastoraat in Haarlem en een vrouwelijke arts van de Haarlemse Bedrijfs Gezondheidsdienst. De hoop is dat een anonieme tipgever zich hier meldt. Alles is beter dan de martelende onzekerheid, het niet weten wat er is gebeurd. Het initiatief komt uitvoerig in de publiciteit, maar ook dit levert niets op.
Er is waarschijnlijk maar xc3xa9xc3xa9n persoon die weet wat er is gebeurd en zolang die zijn mond houdt – als hij nog leeft – zal het mysterie blijven bestaan.
Vermist en Dinant
Tros Vermist heeft – uiteraard – de verdwijning van Lisette vanaf het begin op de voet gevolgd. Zo spreekt een verslaggeefster in september 1992 met de barkeeper van de tennisclub, die zich Lisette herinnert als "een stil meisje, iets bijzonders, gewoon een aardig meisje. Ze kwam hier regelmatig met haar vriend tennissen." Af en toe kijkt de barkeeper nog eens goed rond tussen alle tennissers of hem iets opvalt, maar het leeft niet meer zo als in het begin.
Tennisleraar Gerbrand gaf zowel Lisette als vriend Dinant les. Hij omschrijft Lisette als "een naxc3xafef meisje, erg naxc3xafef voor een 27-jarige." Hij vindt het vreemd dat de twee anders altijd tegelijk vertrokken, behalve net die ene avond. Dinant maakt zich bij de media niet geliefd: hij reageert nogal agressief als hij vindt dat hij of de familie niet correct worden benaderd, ook laat hij weten geen hoge pet op te hebben van de ‘jonge agentjes’ die het onderzoek doen. Zelf is Dinant marineofficier geweest. De vraag die menigeen zich stelt is: heeft Dinant er zelf iets mee te maken? Heeft hij zich niet verdacht gedragen? Dat is een kwestie van interpretatie. Je kunt ook denken dat iemand die journalisten wat onheus bejegent niks te verbergen heeft. Dat ze deze avond niet tegelijk vertrokken bij de tennisclub en dat er toen iets misging, is ook goed te verklaren: als Dinant er wxc3xa9l bij was geweest zou dit niet gebeurd zijn.
Lisette Vroege Stichting
Er is sinds enkele jaren een Lisette Vroege Stichting, die hulp biedt aan kleinschalige projecten in India. Wie contact zoekt met de stichting, krijgt de vader van Lisette, Gert Vroege, aan de telefoon. Zowel voor de stichting als voor de verdwijning van Lisette zit te familie niet te wachten op contact met de media. "We willen niet in de publiciteit met de verdwijning van onze dochter, dat is te lang geleden en het heeft ook nooit wat opgeleverd. Het is voor ons – sorry dat ik het zo zeg – toch sensatie. Waarom heb je niet dit, waarom heb je niet dat, waarom ben je niet doorgegaan, dat soort dingen. We hebben een soort balans in ons leven gevonden en daarmee leren leven, publiciteit helpt ons alleen maar de berg af in plaats van dat we er beter van worden."
Aandacht voor de stichting vindt hij "op zich wel sympathiek, maar ook daarmee komen we niet in de publiciteit. We hebben ongeveer zevenhonderd donateurs, dat is gegroeid uit familie, vrienden en kennissen en dat groeit steeds door, omdat de ene na de ander daaraan mee wil doen en sympathie heeft voor de uitgangspunten. De resultaten sturen we elk jaar rond in een nieuwsbulletin en we hebben afgesproken dat we geen werving doen via de publiciteit. Het draait goed, we hebben wat reserve, we hebben een school in India, ook als de geldstroom opdroogt kunnen we nog even door. We willen liever niet in de publiciteit. We kunnen het niet tegenhouden, maar we werken er niet aan mee. We hebben het er alleen maar heel moeilijk mee. Als het toch gebeurt komen er reacties die op zich soms goedbedoeld zijn, maar je krijgt ook vervelende reacties. Niet dat we daar nou zo bang voor zijn, maar we worden er niet beter van. Dat is definitief, wat ik zeg. Sorry. Dat is ook de reden dat we met stichting niet in publiciteit willen, het xc3xa9xc3xa9n wordt dan toch direct aan het andere gekoppeld. Een aantal jaren geleden zouden we allerlei televisieprogramma’s hebben kunnen doen, maar dat willen we allemaal absoluut niet. Sorry."
Aanvulling:
Aanleiding voor plaatsing van deze reportage is een artikel in de Telegraaf van zaterdag 9 januari. Zie verder hier
Leave a Reply