Op woensdagmorgen 5 september 2007 wacht Huib van O.(31) uit Melissant zijn vrouw Renate(31) op als ze xe2x80x99s morgens de trap af komt. Hij slaat haar met een hamer op het hoofd, probeert haar te wurgen en steekt haar dood met een mes. Dan slaat en steekt hij de hond Luna, vervolgens gaat hij naar de slaapkamer van hun dochtertje Elisa (3). Hij probeert haar te wurgen, maar ze komt weer bij. Hij loopt naar beneden om een mes te pakken en begint haar te steken. Als ze het bloed op haar pyjamaatje ziet, zegt ze: "Papa, heeft u een nieuw shirtje voor me?" Hij snijdt haar de keel door.
Drie dagen lang doet Huib alsof er niks aan de hand is, met de twee lijken in huis, dan geeft hij zich aan bij de politie. Het motief: schulden en schaamte om daarover met iemand te praten.
Dinsdag 4 maart staat Huib van O. in Rotterdam terecht. Het is een vreemde zitting. In tweexc3xabnhalf uur wordt de hele zaak afgeraffeld, veel vragen blijven onbeantwoord. Presidente van de rechtbank is mevrouw mr. M.C. van der Kolk, de officier van justitie is mevrouw mr. J.M. Bonnes en de advocate is mevrouw mr. E.P.N. Pieterse.
Er zijn twee brieven: xc3xa9xc3xa9n van de ouders van Huib dat ze niet bij de zitting aanwezig zullen zijn omdat ze dat zowel lichamelijk als emotioneel niet aankunnen en een brief van de ouders van Renate.
Tijdens de zitting huilt Huib veel, hij zet voortdurend zijn bril af en heeft een doekje om zijn tranen te drogen. Hij mompelt en fluistert, is op de voorste rij xe2x80″ waar de pers zit xe2x80″ met heel veel moeite te verstaan en soms niet, de familie van Renate krijgt er helemaal niks van mee. De rechter doet geen enkele poging hem tot verstaanbaarheid te manen.
De officier begint met de tenlastelegging: dat hij op woensdagmorgen 5 september 2007 opzettelijk en met voorbedachte rade eerst Renate met een hamer op het hoofd heeft geslagen en daarna gewurgd en met een mes gestoken. Vervolgens heeft hij hond Luna met de hamer geslagen en gestoken, daarna heeft hij dochtertje Elisa (geboren op 24 juni 2004) bijna gewurgd. Toen ze daarvan bijkwam heeft hij haar met een mes doodgestoken.
De rechter vraagt: wat gaat er door u heen als u dit hoort?
Huib: Van alles.
Rechter: We gaan dit bespreken, het zal zwaar zijn, maar het moet wel. Het dossier roept vragen op. Het begint ermee dat op vrijdag 7 september op het politiebureau Hellevoetsluis een man binnenkomt die zegt dat hij iets ergs moet vertellen, maar dat hij dat niet kan. Hij heeft een brief op zijn lap-top staan. U heeft de lap-top bij u, u laat de brief lezen. U heeft pleisters op uw lichaam en bloed op uw overhemd, u bent aangehouden. Wat stond er in die brief?
Huib: (stilte)
Rechter: Zal ik het zeggen?
Huib: (fluistert) Ja.
Rechter: Het is een soort afscheidsbrief. Er staat dat u dinsdagnacht een zware nacht had gehad, dat er schulden waren en dat uw hele gezin van de aarde moest verdwijnen. De politie gaat dan naar het adres in de Fabiusstraat 68. Ze vinden uw vrouw beneden, uw kindje boven. Wat is hieraan voorafgegaan? U was net terug van vakantie in Duitsland. Werkte u nog?
Huib: Ik zat al in de ziektewet, ik had lichamelijke klachten.
Rechter: U werkte bij Systemate Numafa in Numansdorp (als administrateur, hjk) Het hoofd personeelszaken vertelt over u dat u een rustige stille man was en dat er tot april 2007 geen ziekmeldingen waren. In april kreeg u rug- en darmklachten en bent u bij de bedrijfsarts geweest. U ging wel op vakantie. Hoe was de situatie toen?
Huib: Zenuwslopend. We kregen telefoontjes van de bank, aanmaningen. Toen zijn we op vakantie gegaan. (naar Center Parcs in Sauerland, hjk)
Rechter: Van welk geld?
Huib: Ik dacht dat we het al vooruitbetaald hadden, maar dat was niet zo. Dat merkten we toen we daar aankwamen.
Rechter: Verder is het een leuke vakantie geweest?
Huib: Het was een uitvlucht naar rust.
Rechter: Waar dacht u het van te betalen? (het antwoord is niet te verstaan, blijkbaar heeft hij ter plekke toch iets geregeld)
Rechter: Hoe was de vakantie?
Huib: Leuk, ontspannen.
Rechter: Wat heeft u gedaan?
Huib: We zijn op het park gebleven.
Rechter: Omdat de hond mee was.
Huib: Ja.
Rechter: Op 31 augustus kwam u thuis. En dan?
Huib: Dan liggen er stapels rekeningen. Dan ben je jezelf niet, daar schrik je van.
Rechter: Heeft u daar met Renate over gepraat?
Huib: Ja. We zouden proberen het op te lossen.
Rechter: Op maandag 3 september moet u werken. U meldt zich ziek. Dinsdag gaat u wel, voor een gesprek met de bedrijfarts. Heeft u toen uw financixc3xable p[roblemen besproken?
Huib: Nee.
Rechter: Dat staat wel in het dossier.
Huib: Ik heb wel een gesprek gehad met de arts, niet over de financixc3xable problemen. De arts zou contact opnemen met de werkgever.
Rechter: Op dinsdag 4 september bent u wel naar uw werk geweest, u bent er een paar uur geweest, toen bent u naar huis gegaan. En toen?
Huib: Ik ben naar huis gegaan. (lang stil)
Rechter: Hoe laat?
Huib: Vxc3xb3xc3xb3r de normale tijd.
Rechter: Was Renate al thuis?
Huib: Dat weet ik niet.
Rechter: En de rest van de avond?
Huib: Er waren aanmaningen…
Rechter: Ik bedoel of Renate thuis was. Jolanda X woont naast u. Ze had om half vier de sleutel bij Renate gebracht, toen was ze al thuis. Renate lachte, ze zat aan de telefoon. Hoe ging het xe2x80x99s avonds?
Huib: Ik heb met Renate gesproken over de rekeningen. De financixc3xable problemen zagen er een aantal maanden geleden beter uit.
Rechter: U had een paar keer leningen overgesloten. Nu waren er weer aanmaningen.
Huib: Ik wist niet wat ik moest verzinnen. Alles zou vanzelf wel op zijn pootjes terecht komen.
Rechter: Met wat voor idee is Renate naar bed gegaan? Hoe lang heeft het gesprek geduurd?
Huib: Een uurtje.
Rechter: U ging niet tegelijk naar bed, u ging altijd wat later. Wat heeft u gedaan?